Cornelis Kondre
Door: Kees Meershoek
Blijf op de hoogte en volg Kees
30 Augustus 2007 | Suriname, Paramaribo
Cornelis Kondre
Julio – de leider van de groep. Is samen met Sensi de founding father van ‘RimboeReizen’, een tweemansbedrijfje wat nu één jaar het licht heeft gezien. Julio is tevens de casanova waar meisjes, vooral Nederlandse, bij wegdromen. Dat hij getrouwd is en een zoontje heeft verschuift dan even naar de achtergrond, voor zowel de meisjes als voor Julio.
Sensi – de jager. Sensi komt van oorsprong uit het binnenland. Hij is een kenner van het woud en al haar inwoners, wat ook de reden is dat reisbureaus hem inhuren. Zoals gezegd hebben Sensi en Julio hun eigen reisbureau opgezet. Sensi’s reputatie als jager heeft een vlucht genomen nadat hij in 8 dagen, levend op wat het bos hem te bieden had, een enorme afstand in de jungle had afgelegd.
Fabian – de man van de logistiek. Fabian zorgt ervoor dat alles ingekocht en meegenomen wordt. Van boot tot brood, Fabian regelt het. Het is een jongen uit de stad, wat hij nog eens bevestigd in veel kleine dingen. Zo slaapt Fabian als enige niet in een hangmat maar op een luchtbed, welke uiteraard opgeblazen wordt met een elektrisch pompje.
Kees – bakra. Gaf geld.
Dit is de groep waar ik drie dagen mee op pad ben geweest, drie gidsen en een bakra. Ik kende deze jongens nog van de reis naar Brownberg. Toen ik belde dat ik in mijn laatste week drie dagen op pad wilde en ja, ik was alleen rolde het volgende plan eruit. Drie dagen, drie gidsen, Cornelis Kondre, een indianendorp in het Westen, jagen en waterskiën. Ik ging akkoord.
Ritme was duidelijk geen onderdeel van de trip. Na een nacht van 3 uur werd ik tussen 4 en 5 uur ’s ochtends opgehaald. Na nog eens 2 uur slaap achterin de jeep waren we aangekomen in Boskamp. Hier werd de boot te water gelaten en voeren we naar het midden van de rivier. Hier ging het gas eraf en begon de trip echt. Ik wreef de slaap uit m’n ogen aanschouwde het idyllische tafereel. De zon was net opgekomen, de oploskoffie was heet, de krant vers van de pers en er verschenen wat gedroogde plantjes waar in Nederland een complete toeristensector op draait. Ik sloeg het laatste even over en was toch zeer benieuwd waar deze drie dagen mij zouden brengen.
Toen de gedroogde plantjes in rook waren opgegaan, ging het gas weer open. Bij de laatste radiopost langs de rivier een bericht naar de stad gestuurd dat het de bedoeling was om woensdagavond weer terug te keren. Mocht het te lang duren komt er dan in ieder geval iemand voor je kijken. Vol gas richting Cornelis Kondre. Dit indianendorp is gelegen aan de Wayambo rivier. Zoals ieder indianendorp heeft ook Cornelis Kondre een kapitein welke fungeert als burgemeester, hoofd van justitie en dominee tegelijk. Ons bezoek aan het dorp moest dan ook eerst goedgekeurd worden door de kapitein voordat we definitief konden uitpakken. Het gevoel bekruipt je dan toch op zo’n moment een vroege kolonist te zijn. De viermaster is dan ingewisseld voor een stalen Sea-ark met 115 PK erachter en de kralen en spiegels zijn vervangen voor sigaretten en rum maar toch…
Inmiddels had mijn lichaam zich geactiveerd en was klaar voor alles wat er komen ging. Na een middagmaaltijd met rijst, pepre-watra (ja, peper-water) en vis werd mij het program een beetje duidelijk. We gingen slapen. We zouden namelijk vannacht gaan jagen dus werden de hangmatten opgezocht. Na een middagdut van 4 uur, waar ik de slaap niet kon vatten, hebben we gevoetbald met de indianen. Net toen ik wederom een driedubbele schaar in wilde zetten gebeurde er iets op z’n minst opmerkelijks. Ineens was iedereen op de grond gaan liggen. Het duurde een paar seconden maar met een grote knal viel mijn kwartje. Onweer. Bij iedere flits lag iedereen op de grond om pas bij de donder weer op te staan. Om bij de flits pas op de grond te gaan liggen is volgens mij rijkelijk laat maar dat was voor de indianen geen belemmering om toch op de grond te gaan liggen.
Jagen dus, in een kleine korjaal voeren we door een smalle kreek in de hoop iets tegen te komen. ’s Nachts is het laag water waardoor de kreek een extra aantrekking heeft op wild. Ze komen de kreek oversteken, zelf jagen of gewoon om te drinken. Het jagen zou als volgt gaan: we voeren stilletjes door de kreek om met zaklampen dieren te spotten. Wanneer we ze zagen, zouden we ze beschijnen met een felle lamp. Hierdoor raken de dieren voor een moment verblind, ze zijn immers aangepast aan de donkere nacht, wat ons de kans gaf aan te leggen en te schieten. Ondanks de vele geluiden van allerlei soorten dieren bleef het zien van dieren beperkt tot een kaaiman. Het was echter een jong dier waardoor het zonde was om hem te schieten. Zonder vangst keerden we terug naar het kamp.
Na weer vier uur slaap gingen we opnieuw uit jagen. Dit keer overdag, zodat we andere dieren zouden zien. Twee indianen lieten hun vaste spots zien, een waar veel herten zouden komen, een ander waar bosvarkens (zwijnen) zich ophouden. Bij de eerste plek hebben we, ondanks de verse hertensporen, geen dieren kunnen vinden. Wel hebben we veel ara’s gezien maar deze dieren zijn ‘niet zo lekker’. Maar omdat we toch wat te eten moesten hebben spraken we af, dat als we ook bij de volgende spot geen dieren zouden treffen, we dan maar 2 ara’s zouden schieten. En volledig in de verwachting, vonden we geen dieren op de tweede spot. Maar alsof de ara’s ons verstaan hadden, waren ze ook hier niet meer te vinden. Weer geen eten dus. En toen ook de vissen niet wilden bijten moesten we toch onze noodvoorraad voedsel maar aanspreken. Rijst met ei en doperwten. Leve de jacht!
Op de terugtocht van de middagjacht stond mij nog een kleine verrassing te wachten. In de boot lag een mono-ski en een lijn lang genoeg om te kunnen waterskien. Ik moet zeggen dat wanneer je achter een boot hangt en je scheert over een rivier, welke zo glad is als een spiegel, slingerend door de jungle… wat een gevoel!
Hiermee hou ik het nu even voor gezien. Ik heb nog drie dagen hier in Suriname en wil daar zeker nog het beste uithalen.
Julio – de leider van de groep. Is samen met Sensi de founding father van ‘RimboeReizen’, een tweemansbedrijfje wat nu één jaar het licht heeft gezien. Julio is tevens de casanova waar meisjes, vooral Nederlandse, bij wegdromen. Dat hij getrouwd is en een zoontje heeft verschuift dan even naar de achtergrond, voor zowel de meisjes als voor Julio.
Sensi – de jager. Sensi komt van oorsprong uit het binnenland. Hij is een kenner van het woud en al haar inwoners, wat ook de reden is dat reisbureaus hem inhuren. Zoals gezegd hebben Sensi en Julio hun eigen reisbureau opgezet. Sensi’s reputatie als jager heeft een vlucht genomen nadat hij in 8 dagen, levend op wat het bos hem te bieden had, een enorme afstand in de jungle had afgelegd.
Fabian – de man van de logistiek. Fabian zorgt ervoor dat alles ingekocht en meegenomen wordt. Van boot tot brood, Fabian regelt het. Het is een jongen uit de stad, wat hij nog eens bevestigd in veel kleine dingen. Zo slaapt Fabian als enige niet in een hangmat maar op een luchtbed, welke uiteraard opgeblazen wordt met een elektrisch pompje.
Kees – bakra. Gaf geld.
Dit is de groep waar ik drie dagen mee op pad ben geweest, drie gidsen en een bakra. Ik kende deze jongens nog van de reis naar Brownberg. Toen ik belde dat ik in mijn laatste week drie dagen op pad wilde en ja, ik was alleen rolde het volgende plan eruit. Drie dagen, drie gidsen, Cornelis Kondre, een indianendorp in het Westen, jagen en waterskiën. Ik ging akkoord.
Ritme was duidelijk geen onderdeel van de trip. Na een nacht van 3 uur werd ik tussen 4 en 5 uur ’s ochtends opgehaald. Na nog eens 2 uur slaap achterin de jeep waren we aangekomen in Boskamp. Hier werd de boot te water gelaten en voeren we naar het midden van de rivier. Hier ging het gas eraf en begon de trip echt. Ik wreef de slaap uit m’n ogen aanschouwde het idyllische tafereel. De zon was net opgekomen, de oploskoffie was heet, de krant vers van de pers en er verschenen wat gedroogde plantjes waar in Nederland een complete toeristensector op draait. Ik sloeg het laatste even over en was toch zeer benieuwd waar deze drie dagen mij zouden brengen.
Toen de gedroogde plantjes in rook waren opgegaan, ging het gas weer open. Bij de laatste radiopost langs de rivier een bericht naar de stad gestuurd dat het de bedoeling was om woensdagavond weer terug te keren. Mocht het te lang duren komt er dan in ieder geval iemand voor je kijken. Vol gas richting Cornelis Kondre. Dit indianendorp is gelegen aan de Wayambo rivier. Zoals ieder indianendorp heeft ook Cornelis Kondre een kapitein welke fungeert als burgemeester, hoofd van justitie en dominee tegelijk. Ons bezoek aan het dorp moest dan ook eerst goedgekeurd worden door de kapitein voordat we definitief konden uitpakken. Het gevoel bekruipt je dan toch op zo’n moment een vroege kolonist te zijn. De viermaster is dan ingewisseld voor een stalen Sea-ark met 115 PK erachter en de kralen en spiegels zijn vervangen voor sigaretten en rum maar toch…
Inmiddels had mijn lichaam zich geactiveerd en was klaar voor alles wat er komen ging. Na een middagmaaltijd met rijst, pepre-watra (ja, peper-water) en vis werd mij het program een beetje duidelijk. We gingen slapen. We zouden namelijk vannacht gaan jagen dus werden de hangmatten opgezocht. Na een middagdut van 4 uur, waar ik de slaap niet kon vatten, hebben we gevoetbald met de indianen. Net toen ik wederom een driedubbele schaar in wilde zetten gebeurde er iets op z’n minst opmerkelijks. Ineens was iedereen op de grond gaan liggen. Het duurde een paar seconden maar met een grote knal viel mijn kwartje. Onweer. Bij iedere flits lag iedereen op de grond om pas bij de donder weer op te staan. Om bij de flits pas op de grond te gaan liggen is volgens mij rijkelijk laat maar dat was voor de indianen geen belemmering om toch op de grond te gaan liggen.
Jagen dus, in een kleine korjaal voeren we door een smalle kreek in de hoop iets tegen te komen. ’s Nachts is het laag water waardoor de kreek een extra aantrekking heeft op wild. Ze komen de kreek oversteken, zelf jagen of gewoon om te drinken. Het jagen zou als volgt gaan: we voeren stilletjes door de kreek om met zaklampen dieren te spotten. Wanneer we ze zagen, zouden we ze beschijnen met een felle lamp. Hierdoor raken de dieren voor een moment verblind, ze zijn immers aangepast aan de donkere nacht, wat ons de kans gaf aan te leggen en te schieten. Ondanks de vele geluiden van allerlei soorten dieren bleef het zien van dieren beperkt tot een kaaiman. Het was echter een jong dier waardoor het zonde was om hem te schieten. Zonder vangst keerden we terug naar het kamp.
Na weer vier uur slaap gingen we opnieuw uit jagen. Dit keer overdag, zodat we andere dieren zouden zien. Twee indianen lieten hun vaste spots zien, een waar veel herten zouden komen, een ander waar bosvarkens (zwijnen) zich ophouden. Bij de eerste plek hebben we, ondanks de verse hertensporen, geen dieren kunnen vinden. Wel hebben we veel ara’s gezien maar deze dieren zijn ‘niet zo lekker’. Maar omdat we toch wat te eten moesten hebben spraken we af, dat als we ook bij de volgende spot geen dieren zouden treffen, we dan maar 2 ara’s zouden schieten. En volledig in de verwachting, vonden we geen dieren op de tweede spot. Maar alsof de ara’s ons verstaan hadden, waren ze ook hier niet meer te vinden. Weer geen eten dus. En toen ook de vissen niet wilden bijten moesten we toch onze noodvoorraad voedsel maar aanspreken. Rijst met ei en doperwten. Leve de jacht!
Op de terugtocht van de middagjacht stond mij nog een kleine verrassing te wachten. In de boot lag een mono-ski en een lijn lang genoeg om te kunnen waterskien. Ik moet zeggen dat wanneer je achter een boot hangt en je scheert over een rivier, welke zo glad is als een spiegel, slingerend door de jungle… wat een gevoel!
Hiermee hou ik het nu even voor gezien. Ik heb nog drie dagen hier in Suriname en wil daar zeker nog het beste uithalen.
-
30 Augustus 2007 - 21:21
Niels:
Goed verhaal sees! Ben benieuwd naar de rest. Geniet ervan!
Cheers -
31 Augustus 2007 - 19:39
Lenie:
ja dan is skieen op de Kaag toch anders, maar ook erg leuk. ik vind het onwijs leuke stukjes die je schrijft, mocht het niet lukken met je studie t.b. kun je altijd de journalistiek nog in....(grapje).tot ziens hoor! -
11 Oktober 2019 - 15:00
Raúl Ten Berge:
heb je die krater v.e eens daar ingeslagen meteoriet niet gezien ? die ligt op zo n 5km achter het dorp. een perfecte cirkel doorsnede 2km , totaal geen vegetatie in schril contrast met de omgeving.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley