Lang weekend Brownsberg - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Kees Meershoek - WaarBenJij.nu Lang weekend Brownsberg - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Kees Meershoek - WaarBenJij.nu

Lang weekend Brownsberg

Door: Kees Meershoek

Blijf op de hoogte en volg Kees

08 Augustus 2007 | Suriname, Paramaribo

Aan het einde van ieder schooljaar maakt de Barronschool een uitstapje met alle docenten. Voor het gemak worden Jan-Willem en ik hier ook bij gerekend wat betekent dat we afgelopen donderdag vertrokken naar Baboenhol. Baboenhol is een opgespoten zandstrand aan de Surinamerivier waar een aantal hutten op gebouwd zijn. Vanaf het vertrek af aan zat de sfeer er goed in. Overal kwam eten en drinken vandaan, wat naast de functie van voedsel ook als dagprogramma fungeerde. Het werd een heerlijk dagje zwemmen, eten, weer een beetje zwemmen, verhalen over hoe Suriname beter zou kunnen, eten enz.

De dag erop vertrok ik op trip met een groep van 15 mensen; bestaande uit 4 gidsen, 8 stagaires en 3 moeders van deze stagaires. Na een trip van 4 uur met een gammele bus over voornamelijk zandwegen kwamen we aan op de eindbestemming van de eerste dag, de Brownsberg. Deze berg bevindt zich in een natuurreservaat dat grenst aan het Brokkopondomeer. Dit meer, ter grote van de provincie Utrecht, is in 1965 ontstaan na de aanleg van een stuwdam in de Surinamerivier. Op de Brownsberg was een kamp waar we onze hangmat konden spannen om daar de nacht door te brengen. Toen we uiteindelijk ons matje opzochten bleek er een slang bij onze tassen zitten. De gids die bij ons sliep kon ons vertellen dat het om een bushmaster ging. De bushmaster is de meest giftige slang van Suriname, uiteraard dodelijk. Met behulp van een lange stok kon deze killer veilig verwijderd worden uit ons kampement.

De volgende dag begon zodra de zon opkwam. Onder begeleiding van de nog steeds aanwezige brulapen was het uitzicht over het Brokkopondomeer tijdens de zonsopgang werkelijk adembenemend. (Zie foto) Na het ontbijt hebben we de Irene watervallen bezocht. Dit was tweemaal een wandeltocht van een uur. Dit bleek een prima opwarmer voor het vervolg van deze dag. Vanaf het bergplateau waar we sliepen, zijn we in 4 uur door het tropisch regenwoud afgedaald naar het stuwmeer. Geheel de tocht heb ik, samen met Inge en Errol, als bezemwagen aan het eind van de stoet gelopen. Errol was een van de vier gidsen. Hij werkt voor Stinasu, een Surinaamse stichting die verantwoordelijk is voor het behoud van enkele natuurgebieden in Suriname. Zo heb ik in vier uur een goede stoomcursus ‘wat kun je niet en vooral wat kun je wel eten in de rimboe’ gehad. Ik weet nu welke vruchten je kunt eten en welke je beter vanaf kunt blijven, welke lianen je moet kappen om water uit te kunnen drinken en welke bladeren je kunt koken als je behoefte hebt aan iets van groente. Ook is tijdens deze tocht duidelijk geworden hoe de telefoonboom aan zijn naam is gekomen. Deze woudreus heeft grote wortels die deels boven de grond uitsteken (tot wel 3 a 4 meter). Deze wortels, en de ruimte ertussen, geven harde holle klank wanneer je er op slaat met een stok. Dit geluid is vele meters verder nog te horen. Vooral handig wanneer er in de buurt mensen aan het jagen zijn.

Na deze tocht zijn we aangekomen bij het moeras waar we opgepikt zouden worden door een grote korjaal (boomstamkano). Na een uur gewacht te hebben hoorden we in de verte het geronk van een buitenboordmotor. Welliswaar te laat, maar het blijft toch Suriname. Nadat het geronk gestaag dichterbij was gekomen was het ineens weer verdwenen om vervolgens verderweg weer hoorbaar te zijn. De aanwezigheid van de vele eilandjes in het stuwmeer was de verklaring van dit repeterende verschijnsel. Het werd duidelijk dat de bootsman de afgesproken plek niet kon vinden. Om hem het juiste moeras te wijzen ben ik samen met een van de gidsen, Julio, in een klein korjaaltje gestapt en het moeras uitgevaren. Omdat we geen pagaaien (Surinaamse peddels) hadden moesten we ons behelpen met ieder drie meter tak. In onze kleine korjaal, wat voor het makkelijke varen net te wendbaar was waardoor we meer aan het sturen dan peddelen waren, voeren we anderhalf uur vanaf het vertrekpunt. Inmiddels was het gaan schemeren en het geluid van de buitenboordmotor was met steeds grotere tussenpauzen te horen. De groep die zich nog steeds in het moeras bevond, had een vuur gemaakt om zo met rooksignalen duidelijk te maken waar ze zich bevonden. Echter door de ingezette schemering werd de rookpluim steeds minder zichtbaar om ten slotte op te gaan in de duisternis. Het varen werd door de duisternis ook steeds moeilijker zodat we ons vasthielden aan een oude boom die lang genoeg was om boven water uit te steken. Hier kwamen we er achter dat ons bootje ook steeds meer water maakte. Het werd duidelijk dat wanneer de bootsman ons niet snel zou vinden hij terug zou moeten keren naar z’n eiland vanwege zijn beperkte hoeveelheid brandstof. Door te schreeuwen en te fluiten probeerden we duidelijk te maken waar we ons bevonden. Het effect hiervan valt te betwijfelen aangezien de schreeuw zich gretig vermenigvuldigde op de wanden van de omringende bergen. Toen onze korjaal zich voor meer dan de helft gevuld had met water (en ik meer en meer begon te hopen dat mijn opengekrabde muggenbulten niet zouden bloeden in het water in verband met de piranha’s in dit meer) werd voor het eerst dat uur het geluid van de motorboot steeds sterker. Of het ons geschreeuw is geweest of dat we toevallig op de route terug naar het eiland lagen zal ik nooit weten…

Mijn vocabulaire scheldwoorden in het Sranan (Surinaamse taal, een mix van Nederlands, Engels en Spaans) is die avond behoorlijk gevuld. Tijdens de boottocht over het meer vanaf het moeras naar het eiland waar we zouden overnachten werd wel duidelijk dat er enige onenigheid bestond tussen onze gidsen en de bootsman en zijn lieden. Ik zat voorin met onze gidsen die onder het genot van enkele flessen Borgoe, Surinaamse rum, manieren verzonnen hoe de bootsman op te hangen. Eenmaal aangekomen bij het eiland bleek de ergste woede samen met de Borgoe verdwenen te zijn.

De rest van het weekend is minder tumultueus verlopen. De volgende dag hebben we nog een tocht gemaakt naar een waterval aan de oostzijde van het stuwmeer. Deze hike voerde ons twee uur lang door en langs een kreek. De watervallen waren wederom prachtig maar er waren die tocht ook minder plezierige aangezichten. Bij het begin van de kreek was een groot stuk van het regenwoud verwoest door goudzoekers. Om het goud te bemachtigen worden grote hoeveelheden kwik gemengd met het kreekwater om vervolgens de oevers van de kreek hiermee weg te spuiten. Het goud, wat zich in deze oevers bevindt, zal zich hechten aan een gedeelte van het kwik. Het gedeelte kwik wat zich hecht aan goud kan stroomafwaarts uit het water gefilterd worden om vervolgens in Paramaribo het goud en kwik weer van elkaar te scheiden. Door het bouwen van dammen kan de stroom van de kreek verlegd worden. Door het gebruik van deze methode kan een gebied van vele hectaren ontdaan worden van dit waardevolle spul. Wat achterblijft wanneer de goudzoekers vertrokken zijn is een met kwik verontreinigd slagveld met daarin afgedankte machinerie wat aandoet als een maanlandschap middenin de jungle. Er gaan jaren overheen voordat het gebied weer voorzien is van enige begroeiing. En het zal geen verbazing wekken dat het woud decennia nodig heeft om het gebied weer in oude staat terug te brengen.

Vele ervaringen rijker keerde ik later die dag terug naar Moengo. Mijn eerste echte kennismaking met het tropisch regenwoud van de Amazone was adembenemend geweest. Er zijn nog veel meer verhalen die ik jullie van dit weekend kan vertellen maar petje af voor degenen die het einde van deze lap tekst gehaald heeft. Een andere keer in Nederland doe ik graag meer uit de doeken.

Kees

  • 10 Augustus 2007 - 09:38

    Karin:

    Niet teveel 'verse' vis gegeten hoop ik? Zit ook wat opgestapeld kwik in ; ).. Leuk om je verhalen te lezen! Groetjes aan Jan Willem & alle leerlingen! Oh ja en de nummers van de leuke gidsen zijn Binda 08816288 (heeft een reis organisatie Exotic travel en Claude 08603905 (werkt voor Binda jongen van 24 leuke gast om mee uit te gaan ; ))

  • 14 Augustus 2007 - 13:00

    Dieneke :

    eng eng eng eng eng
    een slang en de piranha`s nu weet je waarom ik niet zo graag daar naar toe op vakantie ga ik ben al bang voor een klein spinnetje kees hou je haaks en ik kijk al weer uit naar je volgende verslag van een weekendje uit

  • 14 Augustus 2007 - 17:22

    Rens Saat:

    Hey Kees,

    wederom goede verhalen, goede foto's. Geniet ze!

  • 20 Augustus 2007 - 20:46

    Anja Van Der Salm:

    Helemaal geen petje af voor ons, maar voor jou, dat je zo'n prachtige beschrijving geeft. Leuk om te lezen dat je het zo naar je zin hebt en zoveel meemaakt.
    Groeten van Anja van der Salm

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Suriname, Paramaribo

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

30 Augustus 2007

Cornelis Kondre

19 Augustus 2007

Mien en Giman

08 Augustus 2007

Lang weekend Brownsberg

30 Juli 2007

Weekend Langetabiki

25 Juli 2007

Moengo
Kees

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 510
Totaal aantal bezoekers 51591

Voorgaande reizen:

10 Juli 2007 - 02 September 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: